- vet
- vet1{{/term}}〈het〉1 [algemeen]graisse 〈v.〉2 [bestanddeel van melk] matière 〈v.〉grasse♦voorbeelden:1 zich met zijn eigen vet bedruipen • se suffire à soi-même〈figuurlijk〉 laat hem in zijn eigen vet gaar worden, smoren • laisse-le mijoter dans son jusplantaardige vetten • graisses végétalesiets in het vet zetten • graisser qc.hij teert op zijn vet • il vit de sa graisse 〈ook figuurlijk〉〈figuurlijk〉 het vet zit hem niet in de weg • la graisse ne l'étouffe pas2 melk met 7 procent vet • lait contenant 7 % de matières grasses¶ iemand zijn vet geven • dire son fait à qn.hij krijgt zijn vet • il se fait sonner les clochesnog wat in het vet hebben • 〈voor zichzelf〉 avoir des espérances; 〈voor iemand anders〉 réserver qc. à qn.————————vet2{{/term}}〈bijvoeglijk naamwoord, bijwoord〉1 [algemeen] 〈bijvoeglijk naamwoord〉 gras/grasse2 [winstgevend] 〈bijvoeglijk naamwoord〉 lucratif 〈v.: lucrative〉3 [met vet verontreinigd] 〈bijvoeglijk naamwoord〉 graisseux 〈v.: graisseuse〉4 [goed gevuld] 〈bijvoeglijk naamwoord〉 bien garni 〈bijwoord〉grassement♦voorbeelden:1 ik houd niet van dat vette eten • je n'aime pas cette nourriture grassevet gedrukt • imprimé en gras〈figuurlijk〉 hij is vet • il est beurrévet schrijven • écrire en gras2 het is er niet vet • ce n'est pas le pérou〈ironisch〉 daar zal ik vet van worden! • ça me fait une belle jambe!→ {{link=prijs}}prijs{{/link}}3 vet haar • des cheveux grasvette vingers op het papier • empreintes grasses sur le papier4 een vette beurs • une bourse bien garnie〈figuurlijk〉 een vet schandaal • un gros scandale
Deens-Russisch woordenboek. 2015.